Van Borgholm naar Kristianopel

Vandaag varen we op de moter naar Kristianopel (46 mijl), want de wind komt uit het zuiden. Het is stralend weer (28 graden).

We gaan onder de brug over de Kalmarsund heen.

En dan passeren we Kalmar, met het mooie slot.

Om 14:00 uur komen we aan in Kristianopel, een schattig klein dorpje (85 inwoners) met een kerkje, jachthaventje, camping en een paar piepkleine restaurantjes en 1 mini supermarkt. We bereiken een haven via een betonde vaargeul, daarnaast liggen aan beide zijden ondieptes. Eenmaal in de haven (het is niet druk, van de 50 plaatsen zijn er hooguit 10 bezet) kijken we uit op een schiereiland waar zwarte en bruine koeien met kalveren lopen. We zien dat ze verkoeling zoeken in de zee, ze scharrelen over en tussen de rotsen en gaan met poten en buik in het water.

We hadden op internet gezien dat de supermarkt (de 'handelsbod') tot 15 uur open was op zondag, dus als een speer daarheen om de ingrediënten voor een paar maaltijden in te slaan aangezien we in de komende dagen op plaatsen komen waar waarschijnlijk geen winkel is. Vervolgens naar de havenmeester (dubbelfunctie met kelner in een van de 3 restaurantjes). Er blijkt een prima was/droogruimte te zijn waar we gebruik van kunnen maken. Aan het eind van de middag gaan we naar het strandje naast de haven om te zwemmen. Het water is 21 graden: heerlijk! Daarna borrel en eten in de kuip in de avondzon.

Na het eten wandelen we langs de oude stadswallen (in de zeventiende eeuw was hier een fort van de Denen) en genieten we van de rust van het Zweedse platteland.